Nagerecht

vanille-ijs

1. Schil de Gieser Wildeman, en snijd door de helft. Verwijder het klokhuis.
2. Was de sinaasappel en de citroen en snijd in stukjes.
3. Kook de rode wijn op met het opengesneden vanillestokje, kaneelstokje, citroen en de
4. sinaasappel.
5. Voeg de gehalveerde peertjes toe. Kook de peertjes 1,5 uur op een zacht vuurtje.
6. Voeg de suiker toe en kook dit nog 15 minuten door.
7. Laat de peertjes afkoelen in het vocht.
8. Meng in de keukenmachine de amandelspijs, roomboter, het ei en de pistache-essence. Doe
9. daarna in een spuitzak.
10. Haal de peertjes uit het kookvocht en zeef het vocht. Snijd een dun plakje af onderaan de
11. peertjes zodat ze mooi plat liggen.
12. Kook het kookvocht in tot sausdikte.
13. Vanille-ijs:
14. Snijd het vanillestokje open en laat het 10 minuten trekken in de warme melk en de room. Haal het vanillestokje er uit en krab het merg eruit. Doe het merg bij de melk en de room. Klop de eierdooier met de suiker, vanillesuiker en wat citrioensap los. Verwarm het melk/roommengsel. Voeg dit toe aan het eierdooiermengsel en laat het geheel binden (niet koken!). Laat het geheel afkoelen en draai tot ijs in de ijsmachine.
15. Verwarm de oven voor op 200 graden.
16. Leg de peertjes in een ovenschaal. Spuit met een glad spuitmondje de pistachespijs in de holte van de peertjes.
17. Bak de peertjes 10 minuten in een oven op 200 graden.

1. Maak een spiegel van de saus op een bordje en leg er een half gebakken peertje op.
2. Serveer met een bolletje vanille-ijs.